dinsdag 30 mei 2006

Afsluiting tentoonstelling Fer'O in Tinnenpot




  Posted by Picasa Zaterdag werd met weinig aanwezigen de Fer'O tentoonstelling afgesloten, maar wat een sfeer !
Hans MORTELMANS en LODE wisten de aanwezigen danig te boeien.Rudy de SUTTER gaf op de piano eigen interpretaties o.a. van SATI.
Het onder voorbehoud aangekondigd gastoptreden werd werkelijkheid met een onovertroffen Blues gezongen door Betty de SUTTER (Rococo in Patershol), begeleid door broer, Rudy Elk van de muzikanten ontving van Fer'O een speciaal ontworpen origineel werk. Geen opmerkingen:

vrijdag 5 mei 2006

Speech Dirk DAUW op Vernissage Fer'O in Tinnenpot op 29 april 2006




Dames en heren, goedenavond en welkom.

Ik mag u Fernand Bocklandt voorstellen en op die manier ook zijn werken.

Wie hem niet zou kennen, hij staat dààr!
Hij is een zenuwpees en rookt veel te veel, maar voor het overige een zeer aangename mens.

Ik heb hem zelf maar begin vorig jaar leren kennen. Velen hier zullen het zich herinneren. Beeldhouwer Jan Frank Demeulemeester zou tentoonstellen in galerie Waterfront, maar was zelf te zwak en te ziek om zijn sculpturen op te stellen. In die context heb ik Fernand ontmoet, als de coördinator van de werken, onbaatzuchtig, gedreven, altijd enthousiast. Achter zijn rug vroeg ik dan aan galeriehouder Walter Ertvelt, wie is die man?, waarom doet hij dat allemaal? Het zou een tijdje duren vooraleer ik het begreep.

Ik weet nu dat kameraadschap en vriendschap hoog in zijn vaandel staan. Ik besef ondertussen ook dat die edelmoedigheid is gegroeid uit een loutering en uit een filosofische kijk op het leven die eigen is aan mensen die ouder worden, die rijker aan ervaring zijn dan aan geld en die te laat tot het besef zijn gekomen dat rust en creativiteit en het stille genieten te verkiezen zijn boven carrière en stress. Het is goed om dat te weten, omdat het zich allemaal weerspiegelt in zijn werken.

Fernand Bocklandt is inmiddels 57 jaar. Hij werkte op hoog niveau in de publiciteitssector, hij was headhunter, hij was getrouwd, tot het hem allemaal te veel werd en hij doorheen een catharsis opteerde voor een nieuw bestaan. En zo kon het gebeuren dat hij een jaar of vijf, zes geleden met de wagen terugkeerde van de kust en om één of andere reden onderweg het idee kreeg dat met twee bananen wel een mannetje viel te vormen. Thuis leende hij de olieverf van zijn vriendin Annemie en maakte het prototype van een mannetje dat sindsdien zijn handelsmerk is gebleven.

In zijn meest pure vorm is dat mannetje hier te zien in de werken onder het balkon. Ga er straks nog eens rustig voorstaan. Je ziet wat je ziet en het is wat het is. Met andere woorden: doe er zelf mee wat je wil. Je kan het abstract bekijken, je kan het figuratief bekijken. Maar het is vooral schoon, eenvoudig schoon. In die zin heeft Fernand weinig nodig om veel te zeggen. En hij zegt het met een kinderlijke naïviteit, speels en ongedwongen, fris – misschien niet echt fris van de lever, maar toch – fris, helder, kleurrijk en simpel. Een magische mix, want de schilderijen van Fernand geven een goed gevoel, ze maken ons blij, ze zijn plezant, ’t is altijd lente.
Hij werkt ook op die manier. Hij trekt met een paletmes grove strepen op een doek, hij zoekt, kleurt nog een beetje bij… tot hij ziet dat het goed is… neen… tot hij voèlt dat het goed is. Dat is zijn norm. ’t Is af als het goed aanvoelt. En meestal komt dat neer op de gedachte: meer hoeft dat niet te zijn. En dat werkt. De vloeiende bewegingen zijn van een sierlijkheid waarbij het hart omhoog springt. De schilderijen hebben een dynamiek waardoor ze nooit gaan vervelen. En ze hebben een grote eigenheid, want ze zijn altijd herkenbaar van Fernand. Dat maakt van hem onmiskenbaar een origineel kunstenaar.

Maar misschien mag ik niet zeggen dat het werken zijn van Fernand Bocklandt, want hij tekent zelf met Fer’o, een wat speelse verbastering van Fer Bocklandt, Het is een naam die past bij de schilderijen: kinderlijk, naïef, avontuurlijk, vrij, onbevangen, fris… waarschijnlijk alles wat Fernand Bocklandt zelf zou willen zijn, maar in de grotemensenwereld is dat nu eenmaal toch een ander paar mouwen. En ’t is niet dat ik iets heb tegen Fernand Bocklandt, maar als ik moet kiezen, dan zeg ik: Leve Fer’o!